Stofmaskers
WAT IS HET VERSCHIL TUSSEN STOFMASKERS P1, P2 EN P3?
De manier van filtering van een stoffilter kan vergeleken worden met die van een zeef. Hoe fijner de zeef, hoe beter de filtering. Het nadeel van een zeer goede filter is dat de gaatjes waardoor men moet ademen kleiner zijn, en dat men dus meer moeite moet doen om te ademen. De ademhalingsweerstand is groter bij een fijne filter dan bij een grove.
FFP1: Inert stof, rook en nevel die geen verandering teweegbrengen in de structuur van de ademhalingswegen. Denk aan steengruis, houtsplinters, ...
FFP2: 95% filtering tegen Schadelijk stof, rook en nevel die ademhalingswegen kunnen aantasten. Te gebruiken bij schadelijk stof zoals dat van gipsplaten, of meelstof.
FFP3: 99% filtering tegen Hogere concentraties schadelijk stof dat ademhalingswegen kan aantasten. Denk aan fijnstof. Voor hoog toxisch stof, rook en nevel die opgenomen kunnen worden in het bloed: deeltjes van kankerverwekkende stoffen, deeltjes van radioactieve stoffen, bacteriën, virussen, enzymen en sporen neemt men best een P3 filter met volgelaatsmasker.
Stofmaskers worden op dit moment veelvuldig gebruikt voor extra bescherming tegen bacteriën en virussen zoals het Corona virus wat opgelopen kan worden door speeksel en druppels vocht.